Gepubliceerd op 08/04/2025
Op 1 oktober 2024 heeft het Vredegerecht van Veurne een belangrijk vonnis uitgesproken in een zaak betreffende de ontbinding van een huurovereenkomst. De zaak werd aangespannen door de Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) tegen een huurster die volgens de VME voor aanzienlijke overlast zorgde in het appartementsgebouw.
Feiten van de zaak
De huurovereenkomst betrof een appartement in Veurne dat door de eigenaars werd verhuurd aan de eerste verweerster voor een periode van negen jaar, ingaande op 3 oktober 2020. Volgens de VME veroorzaakte de huurster ernstige overlast en schond zij herhaaldelijk het reglement van interne orde van het gebouw.
De specifieke inbreuken omvatten onder meer het verstoren van de rust in het gebouw, het niet sluiten van toegangsdeuren, het niet opkuisen van lekkende vuilniszakken, het niet correct plaatsen van afval in de daarvoor voorziene ruimtes en het over de balustrade gooien van vuilnis.
Bewijsvoering en oordeel
De vrederechter oordeelde dat de feiten voldoende bewezen waren op basis van verschillende elementen:
- De algemene vergadering van de VME had unaniem besloten om de procedure tegen de huurster te starten, wat wijst op een breed gedragen ongenoegen.
- Tijdens de verzoeningszitting bleek dat veel mede-eigenaars klachten hadden over de huurster.
- Ook het personeel van de schoonmaakfirma bevestigde het wangedrag van de huurster, inclusief verbale uitlatingen, dreigementen en valse beschuldigingen.
Beslissing
De vrederechter verklaarde de huurovereenkomst ontbonden ten nadele van de huurster per 30 september 2024. De huurster werd veroordeeld om het appartement te ontruimen binnen twee maanden na betekening van het vonnis.
Daarnaast werd de huurster veroordeeld tot het betalen van:
- Een bezettingsvergoeding van 550,- EUR per maand vanaf 1 oktober 2024 tot de volledige ontruiming van het huurgoed;
- Een wederverhuringsvergoeding van 550,- EUR;
- De gerechtskosten.
Juridische context
Dit vonnis sluit aan bij eerdere rechtspraak waarin wordt bevestigd dat een VME rechtstreeks kan optreden tegen een huurder die de statutaire en/of reglementaire verplichtingen niet naleeft. In de gepubliceerde rechtspraak zijn meerdere gerechtelijke uitspraken te vinden waarin de rechter op vordering van de VME een huurovereenkomst ontbindt wegens overlast en inbreuken op het reglement.
Belangrijk hierbij is wel dat de eigenaar-verhuurder volgens de rechtspraak aangespoord dient te worden om het nodige te doen ten aanzien van zijn huurder(s). Uit het besproken vonnis blijkt dit niet zonder meer, maar gezien in het vonnis werd opgenomen dat het onmogelijk was een minnelijke regeling te treffen, kan men er van uitgaan dat de eigenaar-verhuurder hier effectief inderdaad bepaalde pogingen toe ondernomen heeft.
Dit vonnis bevestigt aldus de mogelijkheid voor een VME om rechtstreeks op te treden tegen huurders die voor overlast zorgen en de reglementen van het gebouw niet respecteren.
Heeft u als VME problemen met bepaalde huurders in uw gebouw of heeft u na het lezen van dit artikel nog vragen? Aarzel niet om ons kantoor te contacteren zodat wij u hierin bij kunnen staan.
Shannon Van Eyck
Advocaat
info@taloadvocaten.be+32 3 612 57 60
+32 3 612 57 69
Mter. Van Eyck
Meer artikels
